Forget me, forget me not - Een onderzoek naar Chicano literatuur en culturele herinnering


Bachelor Thesis, 2004

47 Pages, Grade: 8,5


Excerpt


Inhoudsopgave

Voorwoord

1. Inleiding

2. De Mexicaans Amerikaanse minderheid

3. Culturele herinnering
3.1 Het collectieve geheugen
3.2 Collectief geheugen versus geschiedenis
3.3 Verandering van het collectieve geheugen van een groep
3.4 Culturele herinnering en minderheden
3.5 Assimilatie en acculturatie

4. De Chicano literatuur

5. Analyse van George Washington Gómez
5.1 Samenvatting
5.2 Een alternatieve geschiedenis en een getuigenis
5.3 Idealisme
5.4 Acculturatie
5.5 Assimilatie
5.6 Evaluatie

6. Analyse van Caramelo
6.1 Samenvatting
6.2 Cuentos en historias
6.3 De rebozo als symbool van culturele herinnering
6.4 Een Mexicaans Amerikaanse chronologie
6.5 Destiny en destination
6.6 Evaluatie

7. Conclusie: De Chicano literatuur en culturele herinnering
7.1 De wrok van de minderheid
7.2 De poging tot een middenweg

8. Slot

9. Bibliografie

Voorwoord

Het idee voor dit werkstuk is geboren uit twee cursussen die ik in het najaar van 2003 aan de Universiteit Utrecht heb gevolgd. Één cursus behandelde de Chicano literatuur zelf. De laatste warme dagen en de tijd van de vallende bladeren bracht ik met mijn neus in boeken door. Ik las Paredes, Rivera, Anaya, Islas, Viramontes, Chávez, Castillo, Anzaldúa en Cisneros – negen romans van negen schrijvers. Daarnaast las ik boeken voor de tweede cursus, die het fenomeen van de culturele herinnering bestudeerde. Van boek naar boek en tussen de mokken thee kreeg ik steeds meer de indruk dat wat ik leerde over herinneringscultuur terug kwam in de Chicano literatuur. Toen het nog kouder werd en de lente al bijna weer kwam en toen de cursussen al lang afgelopen waren, besloot ik om mijn eindwerkstuk eraan te wijden de in de cursussen opgedane kennis samen te voegen. Ik zou onderzoek doen of er inderdaad een samenhang was tussen de Chicano literatuur en tussen de culturele

herinnering van de Mexicaans Amerikaanse minderheid.

1. Inleiding

Bent u ooit in Californië geweest? In de sunshine state ? Of in het aan olie zo rijke Texas? Dan is u vast opgevallen hoeveel Spaans er in het Zuidwesten van de Verenigde Staten wordt gesproken. En dat ook de plaatsnamen in het Spaans zijn. Immigranten, denkt u. Mexico is dichtbij en welke Mexicaan wil niet liever in Californië wonen? Maar het zijn eigenlijk de Anglo Amerikanen die op een gegeven moment aan de Stille Oceaan wilden wonen. Velen weten niet dat het Amerikaanse zuidwesten tot 1848 bij Mexico hoorde. “Dat is toch lang geleden”, zult u zeggen. Sneeuw van gisteren. Dat is het echter niet voor de nakomelingen van de Mexicanen die de annexatie hebben meegemaakt. Niet voor de generaties van Mexicanen die ineens de Mexicaans Amerikaanse minderheid werden. Niet voor degenen die aan de marges van de maatschappij moesten leven, wetend dat alles anders had kunnen zijn als Mexico toen de oorlog had kunnen winnen.

Vanaf de jaren 60 van de 20ste eeuw is er in de Mexicaans Amerikaanse gemeenschap een bewustwordingsproces gaande. De zogenoemde Chicano Beweging vecht sinds die tijd voor acceptatie van de minderheid, voor betere levensomstandigheden, en verzet zich tegen racisme en stereotypering. In deze tijd wordt tevens de Chicano literatuur geboren. Mexicaans Amerikaanse schrijvers kiezen de eigen achtergrond als onderwerp. Voor het eerst wordt vanuit de eigen etnische gemeenschap over de Mexicaans Amerikanen geschreven. De literatuur weerspiegelt de ervaring van de onderdrukking in de VS. De eigen etnische identiteit en het conflict tussen de Mexicaanse en de Amerikaanse cultuur worden benadrukt. Het zelfbegrip van de Mexicaans Amerikaanse minderheid hangt, net als het zelfbegrip van elke groep mensen, nauw samen met het verleden. Volgens theorieën waarop ik in dit werkstuk uitgebreid zal ingaan, bestaat er in een gemeenschap een zogenoemd collectief geheugen, een gezamenlijke visie op gebeurtenissen in het verleden. Een gemeenschap heeft een herinneringscultuur. Het verleden is niet vergeten maar leeft verder, wordt herdacht, besproken en er wordt waarde aan gehecht. Hoe leeft deze herinneringscultuur in een gemarginaliseerde gemeenschap als de Mexicaans Amerikanen? Misschien onder andere in hun literatuur. Dit wil ik onderzoeken, aan de hand van de centrale vraagstelling:

In hoeverre komt de herinneringscultuur van de Mexicaans Amerikaanse gemeenschap terug in de Chicano literatuur?

De hele Chicano literatuur kan ik in de beperkte tijd die ik ter beschikking heb niet bestuderen. Daarom heb ik gekozen om naar een tweetal romans te kijken. De eerste is George Washington Gomez van Américo Paredes. Een roman die pas in 1990 is gepubliceerd, maar al in de jaren 30 is ontstaan, vóór de opkomst van de eigenlijke Chicano literatuur dus. De tweede roman is Caramelo van Sandra Cisneros uit 2002. Subvraag tijdens mijn analyse is de overeenkomsten en verschillen in de omgang van de twee schrijvers met de culturele herinnering. Een groep mensen is immers onderworpen aan veranderingen, en zo valt te verwachten dat er ook aan de hand van de twee zorgvuldig gekozen romans ontwikkelingen af te lezen vallen. Voor een beter begrip van mijn onderwerp wil ik beginnen met een korte uiteenzetting van de geschiedenis van de Mexicaans Amerikaanse minderheid en uitgebreid ingaan op de theorievorming rond culturele herinnering. Daarna zal ik zoals beloofd aan de hand van twee romans de theorie toepassen op de Chicano literatuur.

2. De Mexicaans Amerikaanse minderheid

Voordat ik met het eigenlijke onderzoek ga beginnen, wil ik eerst de historische achtergrond nauwkeuriger toelichten. Het is belangrijk om hierbij stil te staan om zowel de situatie van de minderheid als ook de Chicano literatuur beter te begrijpen. Zoals ik in de inleiding al heb aangestipt, behoorde het Zuidwesten van de Verenigde Staten tot 1848 tot Mexico. Het gaat hier om de staten Texas, New Mexico, California, Arizona, Colorado, en een deel van Nevada en Utah (zie afbeelding). Mexico moest dit gebied afstaan toen het de Mexicaans Amerikaanse (1846-1848) oorlog, het resultaat van een reeks confrontaties, verloor. Een grote rol in de aanloop op de oorlog speelde de situatie in Texas, toen nog Mexicaanse provincie, waar zich steeds meer Anglo Amerikanen vestigden. In 1836 verklaart zich de provincie onafhankelijk van Mexico, een maatregel die de Mexicaanse regering nooit helemaal accepteert. In 1845 neemt Texas de volgende stap en treedt bij de Verenigde Staten. Bovendien voert de VS onsuccesvolle verhandelingen om grond van Mexico te kopen. De Mexicaanse regering moet hier niets van weten. Als de VS soldaten bij de monding van de Rio Grande stationeert, wordt dit als vijandige daad geïnterpreteerd. Mexico verklaart de oorlog, een oorlog waarin het van tevoren al de slechtere kansen heeft. Sommige historici speculeren dan ook dat de VS, in het kader van zijn expansiepolitiek, de oorlogsverklaring uitlokte.

De oorlog loopt slecht af voor Mexico en het verliest in 1848 de helft van zijn grondgebied. In het verdrag van Guadalupe-Hidalgo dat in hetzelfde jaar wordt afgesloten, worden afspraken getroffen over de grens en over de in het gebied woonachtige Mexicanen. Volgens het verdrag zullen de titels van landeigendom worden gerespecteerd en kunnen de mensen hun cultuur, religie en taal behouden. In de realiteit wordt met deze bepalingen echter weinig rekening gehouden. De Mexicaanse landeigenaren worden grotendeels onteigend. Engels wordt de officiële taal in onderwijs en administratie, zodat de Spaanstalige bevolking buiten het maatschappelijke leven wordt gesloten en het Spaans terug werd gedrongen naar de familiekring. De Mexicanen worden op deze manier steeds meer naar de marges van de maatschappij geduwd. Een nieuwe minderheid ontstaat. Economisch komen de

Mexicaans Amerikanen in de arbeidersklasse terecht, zonder grote kansen op sociale vooruitgang. Zij verrichten vaak zwaar lichamelijk werk op de velden of in de steden. Bovendien worden zij geconfronteerd met het racisme en de discriminatie door de steeds groeiende Anglo bevolking. Er ontstaan stereotypen van de luie, vieze, criminele, onbeschaafde Mexicaan.

Gedurende één eeuw komt er weinig verandering in de situatie. In de jaren 60 echter komt de Chicano beweging op. Het woord Chicano was oorspronkelijk een scheldwoord voor Mexicaans Amerikanen, maar werd door de strijdvoerders juist als erenaam opgepakt voor zich zelf. Het is van belang om een onderscheid te maken tussen de zichzelf zo benoemende Chicanos, de actieve en overtuigde strijders, en de Mexicaans Amerikanen, de minderheid aan zich. De Chicanos beginnen aangemoedigd door de human rights movement en het activisme van de Afro Amerikanen initiatief te nemen en te vechten tegen de onderdrukking. De nog weinig Mexicaans Amerikaanse studenten organiseren protesteren en de farmarbeiders leggen met stakingen de productie lam. De economische uitbuiting, de sociale misstanden en het racisme worden aan de kaak gesteld. Bovendien is de beweging bezig een eigen identiteit te formuleren. De Chicanos willen zich niet meer door de ogen van de Anglo Amerikanen zien. Zij benadrukken trots hun eigen culturele achtergronden. Tegen deze achtergrond moet ook de Chicano literatuur worden gezien, waarop ik later zal ingaan.

3. Culturele herinnering

Het verleden is iets waar niemand zich van los kan maken. Persoonlijke herinneringen begeleiden ons gedurende ons hele leven, en wie wij zijn, is onlosmakelijk verbonden met wat wij hebben beleefd. Naast deze persoonlijke herinneringen, ons eigen levensverhaal, is er ook nog een groter en abstracter niveau van verleden, dat desalniettemin meer invloed op ons heeft dan we ons bewust zijn. Elk individu maakt weer deel uit van een groep, en elke groep maakt deel uit van een andere groep: families, religies, volkeren, naties. En binnen een groep is er sprake van een herinneringscultuur die betrekking heeft op individuen, op families, op groepen, op naties en op volkeren. Wat een aantal mensen tot een groep maakt, is vooral een gezamenlijke visie op het verleden, een gezamenlijke herinnering.

3.1 Het collectieve geheugen

Een naam die in de vakliteratuur steeds weer terug komt als het om culturele herinnering gaat, is de Franse socioloog Maurice Halbwachs (1877-1945). Ook voor mijn onderzoek zal ik veel op zijn publicaties terugvallen. Vanaf 1920 ontwikkelde Halbwachs de theorie van het collectieve geheugen, die nog steeds veel wordt besproken en uitgebreid en aangepast is door andere wetenschappers. Het kernpunt van Halbwachs’ denken is dat het individuele geheugen van de mens bepaald wordt door zijn omgeving. Zijn theorie is dus sociaal constructivistisch. Wij hebben allemaal onze eigen herinneringen, maar deze herinneringen worden gevormd en georganiseerd door de sociale kaders waarin wij leven[1]. Het verleden is niet maar gewoon wat achter ons ligt: het verleden, dat is wat wij ervan maken:

[Die Vergangenheit] ist eine soziale Konstruktion, deren Beschaffenheit sich aus den Sinnbedürfnissen und Bezugsrahmen der jeweiligen Gegenwarten her ergibt. Vergangenheit steht nicht naturwüchsig an, sie ist eine kulturelle Schöpfung.[2]

Een groep creëert als het ware één geaccepteerde versie van het verleden. Deze versie ontstaat en wordt doorgegeven door middel van communicatie binnen de groep.[3] Onze herinneringen worden bevestigd en aangevuld door de herinnering van anderen. Telkens weer komen herinneringen terug in de dagelijkse communicatie. Zij krijgen daardoor meer bestaansrecht, worden versterkt en langer onthouden.[4] Voor elke groep zijn er weer andere gebeurtenissen uit het verleden belangrijk en wordt er een andere waarde aan toegekend. Halbwachs definieert het collectieve geheugen in deze samenhang als volgt:

Het collectieve geheugen is een continue denkstroming, een stroom van ideeën en denkwijzen, waarin van het verleden slechts dat wordt bewaard, wat nog leeft in het bewustzijn van de mensen die de denkstroming dragen. Het collectieve geheugen reikt per definitie niet verder dan die groep.[5]

Een groep op haar beurt kan dan ook worden gedefinieerd als een herinneringsgemeenschap. Het zelfbeeld van de groep hangt samen met haar verleden en de interpretatie die eraan wordt gegeven. Aan de ene kant zet de groep zich daardoor af tegen buitenstaanders, aan de andere kant nivelleert zij interne verschillen tussen leden van de groep.[6] De collectieve herinnering van de groep is net als de individuele herinnering erop gericht om continuïteit en samenhorigheid aan te tonen. Er worden aspecten benadrukt die de groep tot groep maken, en deze door de tijd heen kenmerken. Het collectieve geheugen heeft daarom de tendens om ontwikkelingen te relativeren die het zelfbeeld van de groep zouden kunnen ondermijnen.[7] Immers, zodra de groep zich bewust zou worden van fundamentele veranderingen zou zij niet meer als groep bestaan maar plaats maken voor een nieuwe groep.[8] Herinnering hangt daardoor nauw samen met identiteit, zowel in het geval van een individu als bij een groep. De herinneringen aan vroegere periodes in ons leven geven ons bestaan continuïteit, zin en waarde.[9] Onze herinneringen verbinden ons met de regio waar we wonen, met de mensen om ons heen en met de maatschappij waar we deel van uitmaken.

3.2 Collectief geheugen versus geschiedenis

Voor Halbwachs verschilt het collectieve geheugen duidelijk van de geschiedenis. Hij gaat uit van een ideaalbeeld, een beeld dat ik voor mijn onderzoek genuanceerder zal aanvaarden. Voor hem bestaat er maar één geschiedenis. Dit in tegenstelling tot collectieve geheugens waarvan er volgens hem net zo vele zijn als er verschillende groepen zijn. Terwijl deze groepen op een subjectieve manier naar het verleden kijken, tracht volgens Halbwachs de geschiedenis het verleden juist zo ‘objectief’ mogelijke weer te geven. Dit punt is duidelijk onderdeel van een geïdealiseerd beeld van de geschiedenis en zal dus in het kader van dit werkstuk worden gerelativeerd.

Historici kijken in principe kritisch en reflectief naar het verleden en leggen de nadruk op ontwikkelingen en veranderingen.[10] Men wil laten zien waarom er bepaalde dingen in het verleden zijn gebeurd, welke maatschappelijke ontwikkelingen ertoe leidden en welke gevolgen de gebeurtenissen op hun beurt hebben gehad. De geschiedenis is in deze visie een verzameling van feiten, en wat in haar is opgenomen, hoort definitief bij het verleden. Voordat iets echter tot een historische feit wordt, moeten er enkele jaren overheen zijn gegaan. De Duitse wetenschapper Jan Assmann, die de theorieën van Halbwachs aanvult en verder ontwikkelt in zijn eigen werk, legt uit hoe dit komt:

Die eigentliche Vergangenheit ist für die Historie das, was nicht mehr einbegriffen ist in den Bereich, in den sich noch das Denken aktueller Gruppen erstreckt. Es scheint, daß sie warten muß, bis die alten Gruppen verschwunden sind, bis ihre Gedanken und ihr Gedächtnis erloschen sind, damit sie sich damit beschäftigen kann, das Bild und die Abfolge der Fakten festzulegen, die sie allein zu bewahren in der Lage ist.[11]

De feiten die in de geschiedenis bewaard worden, zijn daarom volgens Halbwachs eigenlijk niets als lege abstracties. Het zijn dingen die voor niemand meer een bepaalde waarde hebben, gebeurtenissen die geen betrekking hebben op herinnering of identiteit. De historische tijd is een artificiële eenheid van duur die van geen groep daadwerkelijk als duur wordt beleeft of herinnerd.[12]

Een fundamenteel verschil tussen geschiedenis en collectief geheugen dat uit het bovenstaande kan worden afgeleid, is de verbondenheid met de tegenwoordige tijd. Gebeurtenissen die bewaard worden in het collectieve geheugen van een groep worden subjectief bekeken, vanuit de actuele sociale werkelijkheid van de groep. De actuele situatie vraagt naar een bepaalde interpretatie van het verleden, naar een reconstructie als doeleinde van de constructie van het heden:

[...] de herinnering is in grote mate een reconstructie van het verleden op basis van

gegevens die aan het heden zijn ontleend en waarvan de waarneming op haar beurt door de vroegere reconstructies en herinneringen werd beïnvloed.[13]

Het collectieve geheugen kijkt niet uitsluitend in de tijd terug. Het verleden van de herinneringsgemeenschap bepaalt ook hoe zij haar tegenwoordige situatie ervaart en heeft daardoor eveneens invloed op de toekomst.[14] Immers: Het heden en het verleden zijn twee zones van eenzelfde gebied.[15] De groep tendeert er bovendien toe om vooral aspecten van continuïteit in het verleden te zoeken. In tegenstelling tot de geschiedenis gaat het er niet om ontwikkelingen en veranderingen in kaart te brengen, maar de eenheid en eigenheid van de groep aan te tonen. Het verleden is voor de leden van de groep geen abstractie maar hetgeen waar hun herinneringen betrekking op hebben, een tijd waar zij een verbondenheid mee voelen.

Zoals al gezegd is Halbwachs’ opvatting van de geschiedenis een ideaalbeeld. De historicus Robert F. Berkhofer toont aan dat in de praktijk de geschiedenis niet onpartijdig en objectief is, maar zelf ook een constructie is. Elk perspectief levert een ander beeld van historische gebeurtenissen op en legt andere klemtonen. Het materiaal dat historici gebruiken, zijn ook herinneringen, herinneringen die in het verleden op papier zijn gezet. Historici moeten het dus doen met bronnen die op zichzelf al een representatie zijn. Uit deze bronnen maakt de historicus bovendien een bepaalde keuze. Bovendien is elke historicus ook een kind van zijn eigen tijd en is het niemand mogelijk om helemaal onvooringenomen te zijn. Ook al poogt hij het verleden zo accuraat mogelijk weer te geven, zijn beschrijving is altijd een selectie.

History is a search for truth that always eludes the historian but also informs her work, but this truth is not an objective one in the sense of a truth standing outside the practices and concerns of the historian.[16]

De geschiedenis staat dan ook niet geheel los van de tegenwoordige tijd. Machtstructuren bepalen vaak wat de dominante visie op het verleden is. Naarmate er veranderingen in een maatschappij zijn, worden er ook nieuwe accenten in de geschiedenis gelegd. De geschiedenis is in de praktijk een spanningsveld tussen verhalen die verteld zijn en verhalen die zouden kunnen worden verteld.[17]

3.3 Verandering van het collectieve geheugen van een groep

Het collectieve geheugen van een groep is geen statisch fenomeen, ondanks het feit dat het continuïteit van de groep wil benadrukken. Net zoals de groep zelf verandert, zo verandert ook haar reconstructie van het verleden. Een veranderde situatie in de tegenwoordige tijd vraagt soms een andere interpretatie van het verleden of geeft belang aan andere gebeurtenissen waar de groep tot nu toe niet veel aandacht aan had besteed.[18] Nieuwe generaties bijvoorbeeld markeren vaak een verandering in het collectieve geheugen van een groep. Dingen die tijdens ons leven gebeuren hebben een directere impact dan dingen die langer in de tijd terug liggen.

Jan Assmann gebruikt in deze samenhang de term communicatief geheugen. Dit geheugen heeft betrekking op het recentere verleden. Het wordt gevormd door de herinneringen van 3-4 generaties en verschuift naarmate er nieuwe generaties bij komen. De herinneringen die in het communicatieve geheugen zijn opgeslagen, zijn herinneringen die het individu met zijn tijdgenoten deelt en waarover veel wordt gepraat. Elke generatie deelt zo weer andere herinneringen met elkaar, herinneringen die de volgende generatie alleen uit verhalen kent. Als de dragers van één dergelijk generatiegeheugen overlijden, verdwijnt dit geheugen en maakt plaats voor een nieuw.[19] Assmann merkt op dat een periode van 40 jaar een belangrijke drempel vormt. 40 jaar na een belangrijke gebeurtenis komen degenen die deze gebeurtenis als jonge volwassenen hebben beleefd in de herfst van hun leven terecht. Zij kijken steeds minder naar de toekomst en steeds meer naar het verleden. Tegelijkertijd ontstaat in hen de wens naar het doorgeven van wat zij hebben beleefd. Nog eens 40 tot 60 jaar later zijn dan de laatste mensen die de gebeurtenis hebben meegemaakt overleden. Alles wat men erover hoort wordt doorgegeven via media, via verhalen.[20]

3.4 Culturele herinnering en minderheden

Ik wil nu het theoretische kader toespitsen op de culturele herinnering van minderheden en daarmee de focus leggen op de Mexicaans Amerikanen. Voor de Mexicaanse minderheid blijft de annexatie een open wond, een herida abierta. Het is een gebeurtenis die grote impact op hun levensomstandigheden heeft gehad, en die hun status in de maatschappij radicaal veranderde. Het is een gebeurtenis die niet zomaar mag worden vergeten. Binnen de Anglo Amerikaanse maatschappij echter hebben de ervaringen die het collectieve geheugen van de minderheid kenmerken geen plek. Het verlies van landeigendom, de marginalisering, de overmacht van de Engelse taal en cultuur, confrontatie met racisme en discriminatie – hierbij staat de Anglo Amerikaanse meerderheid niet stil. In haar boek Erinnerungsräume gebruikt Aleida Assman, echtgenote van de al genoemde Jan Assmann en tevens zich bezighoudend op hetzelfde onderzoeksgebied, een doeltreffend citaat van Peter Burke dat het verschil in perspectief van winnaars en verliezers beschrijft:

[...]


[1] Assmann, Jan. Das kulturelle Gedächtnis: Schrift, Erinnerung und politische Identität in frühen Hochkulturen. München: C.H. Beck. 1997. p. 36

[2] Assmann 1997, p. 48

[3] Fentress, James en Chris Wickham. Social Menory. Oxford: Blackwell. 1992. p. X

[4] Lowenthal, David. The Past is a Foreign Country. Cambridge University Press. 1985. p. 196

[5] Elchardus, Mark (red.). Maurice Halbwachs. Het collectief geheugen. Amersfoort: Acco. 1991. p. 30

[6] Assmann 1997, p. 40

[7] Wertsch 2002, p. 43

[8] Assmann 1997, p. 40

[9] Lowenthal 1985, p. 41

[10] Wertsch, James V. Voices of Collective Remembering. Cambridge University Press. 2002. p. 44

[11] Assmann 1997, p. 44

[12] Assmann 1997, p.44

[13] Elchardus 1991, p. 24

[14] Assmann 1997, p. 42

[15] Elchardus 1991, p. 34

[16] Berkhofer, Robert F. Beyond the Great Story. History as Text and Discourse. Cambridge/London: Harvard/Belknap. 1995. p. 74

[17] Berkhofer 1995, p. 75

[18] Wertsch 2002, p. 43

[19] Assmann 1997, p. 50

[20] Assmann 1997, p. 51

Excerpt out of 47 pages

Details

Title
Forget me, forget me not - Een onderzoek naar Chicano literatuur en culturele herinnering
College
Utrecht University  (Latijnsamerika Studies)
Course
Chicano Literatuur
Grade
8,5
Author
Year
2004
Pages
47
Catalog Number
V126704
ISBN (eBook)
9783640324125
File size
608 KB
Language
Dutch; Flemish
Notes
Eine komparatistische Arbeit zur Literatur der mexikanisch-amerikanischen Minderheit mit Fokus auf kultureller Erinnerung.
Keywords
Chicano, kulturelle Erinnerung, Halbwachs, Sandra Cisneros, Paredes, Caramelo, culturele herinnering, Minderheitenliteratur, Migration, Minderheiten, Mexico, USA, Transnationalität, Grenze, Minderheit
Quote paper
Anne Renner (Author), 2004, Forget me, forget me not - Een onderzoek naar Chicano literatuur en culturele herinnering, Munich, GRIN Verlag, https://www.grin.com/document/126704

Comments

  • No comments yet.
Look inside the ebook
Title: Forget me, forget me not - Een onderzoek naar Chicano literatuur en culturele herinnering



Upload papers

Your term paper / thesis:

- Publication as eBook and book
- High royalties for the sales
- Completely free - with ISBN
- It only takes five minutes
- Every paper finds readers

Publish now - it's free